Verdeling vakantiegeld en Covid-19 bij partneralimentatie telt

Verdeling vakantiegeld en Covid-19 bij partneralimentatie telt

M en V gehuwd in gemeenschap van goederen scheiden van echt

Over de door M te betalen bijdragen is als volgt beslecht

 

M moet € 180 per maand betalen per kind en dat zijn er maar twee

In het verzoek van V voor bijdragen aan levensonderhoud gaat de rechtbank niet mee

 

V gaat met vier grieven in hoger beroep

Zij vindt de beschikking van de rechtbank niet goed

 

V stelt dat zij recht heeft op partneralimentatie

En op een deel van het vakantiegeld, volgens haar informatie

 

M is het niet eens met haar

En heeft dan ook zijn eigen grieven klaar

 

Volgens V was de rolverdeling van partijen nogal traditioneel

Waarbij V voor  de kinderen zorgde en M zorgde voor het gezin financieel

 

V had slechts korte tijd een parttime baan

En heeft daardoor weinig werkervaring opgedaan

 

V had geen Nederlandse diploma’s wegens haar Duitse nationaliteit

Daarnaast heeft het Covid-19 virus tot een banentekort geleid

 

De uitkering uit de Participatiewet is te laag om in haar levensonderhoud te voorzien 

Daarom verzoekt V een maandelijkse bijdrage van M van tweehonderdnegentien

 

Volgens het hof moet V meedoen aan een reïntegratieproject van SWB

En ook het werkklimaat zit voor V vanwege Covid-19 niet mee

 

V is derhalve zeer moeilijk bemiddelbaar

Het hof bepaalt daarom een alimentatie van € 219 voor 12 jaar

 

Volgens V nam de rechtbank ook een onjuiste beslissing inzake het vakantiegeld

Het uitgekeerde bedrag was niet op de gezamenlijke rekening vermeld

 

M stelt dat het vakantiegeld niet voor verrekening in aanmerking komt

Nu de uitbetaling hiervan een maand na de peildatum plaatsvond

 

Vakantiegeld voor zover tijdens de huwelijksperiode opgebouwd

moet gelijkelijk worden verdeeld zo wordt door het hof beschouwd

 

De aanspraak van V op haar deel van dit geld

Wordt als een vordering aan de actiefzijde van de gemeenschap geteld

 

M moet ook ingeval van uitbetaling na de peildatum V’s deel aan haar betalen

En kan niet de aflossing van een lening op dit gemeenschappelijk bedrag verhalen

 

Ook al is deze aflossing ten goede gekomen aan V

Het Hof gaat in de stelling van M niet mee

 

Ook inzake de overige grieven geeft het Hof V gelijk

En zet hiermee de rechtbankbeschikking aan de dijk.

 

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 november 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9345