22 jan Standpunt fiscus over IACK bij bird nesting
Casus
Na hun scheiding zijn M en V bird nesting overeengekomen. Dat is een bijzondere vorm van co-ouderschap , waarbij de ouders van woning wisselen, in plaats van de kinderen. In casu verblijven de kinderen steeds in dezelfde woning, die eigendom is van M. V verblijft een aantal dagen per week in deze woning en zorgt voor de kinderen. Op dat moment verblijft M elders. De kinderen staan ingeschreven op het woonadres van M.
Vraag
Is er bij bird nesting sprake van twee verschillende huishoudens, waardoor V in aanmerking komt voor de IACK?
Antwoord
De Kennisgroep beantwoordt die vraag bevestigend. V staat niet op hetzelfde woonadres ingeschreven als de kinderen. Hierdoor wordt niet voldaan aan de voorwaarde van artikel 8.14a lid 1 sub b Wet IB 2001 voor toekenning van de IACK. V kan echter toch in aanmerking komen voor de IACK als de situatie voldoet aan de co-ouderschapsvoorwaarde van artikel 8.14a lid 1 (slotzinnen) Wet IB 2001, te weten dat het kind tegelijkertijd tot het huishouden van de beide ouders behoort. Hiermee wordt bedoeld dat sprake is van twee huishoudens. Beide ouders moeten dan afzonderlijk een huishouden voeren met de kinderen.
Ook in de situatie van bird nesting is sprake van twee verschillende huishoudens. In casu is geen sprake van samenwonende ouders, aangezien M de woning verlaat op het moment dat V deze betrekt. M en V vormen dan ook niet gezamenlijk een huishouden met de kinderen. Op het moment dat één van hen de woning betrekt, vormt hij/zij een zelfstandig huishouden met de kinderen. Aangezien M en V niet tegelijkertijd bij de kinderen in de woning verblijven, is sprake van twee afzonderlijke huishoudens. Het maakt in deze situatie dus niet uit dat M en V het huishouden met de kinderen voeren in dezelfde woning, zolang beiden maar afzonderlijk een huishouden voeren met de kinderen. Dit is ook in lijn met doel en strekking van de co-ouderschapsregeling voor de IACK.
Belastingdienst 16 januari 2024, KG:202:2024:1