12 mei Persoonlijke medische info inbrengen in echtscheidingszaak: mag dat?
Een vrouw vraagt eind februari 2018 een echtscheiding aan, met het verzoek dat de echtelijke woning en de kinderen aan haar worden toegewezen. De advocate van de inmiddels ex-echtgenoot dient hierop een verweerschrift met de boodschap dat de verzoeken van de vrouw moeten worden afgewezen.
Psychisch
In dit verweerschrift deelt de advocate gedetailleerde informatie over de gezondheid van de vrouw. Zo staat in het verweerschrift: ‘De vrouw heeft onvermeld gelaten dat zij kampt met veel gezondheidsproblemen. De afgelopen jaren heeft de vrouw veel zorg ontvangen voor veel vage klachten. Er is sprake van buikklachten, depressie, een paniekstoornis, hoofdpijnen, het bewustzijn verliezen, tintelingen in haar been, hyperventileren (…). In de afgelopen jaren is er zeer vaak een ambulance voor de vrouw moeten komen. Ook gebruikt zij zeer veel medicijnen. (…) Ze is een paar keer geopereerd, maar er zijn ook vermoedens dat deze klachten psychisch zijn.’
De advocate voegt meerdere stukken over de medische situatie van de vrouw bij haar verweerschrift en geeft aan dat al deze problemen van invloed zijn op haar dagelijks functioneren.
Klacht
De vrouw klaagt bij de Raad van Discipline dat de advocate zonder haar toestemming privacygevoelige medische informatie op tafel heeft gelegd bij de rechter. Informatie die de raadsvrouw bovendien ‘op oneigenlijke wijze’ heeft verkregen. Een deel van de stukken lag weliswaar in huis, maar een ander deel was zonder haar medeweten door haar ex-man opgevraagd bij de apotheek. Volgens de advocate was het essentieel om de medische informatie naar voren te brengen, zodat de rechtbank ‘op grond van de juiste informatie’ een besluit kon nemen over de verblijfplaats van de kinderen.
Nadeel voor wederpartij
De Raad van Discipline onderstreept nog eens dat een advocaat ‘een ruime mate van vrijheid geniet’ bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt. ‘Voorts behoeft de advocaat in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt.’
Ter beoordeling van de klacht en de vraag of de inbreng van de medische stukken tuchtrechtelijk ongeoorloofd is, verwijst de raad naar een vrij recente beslissing van het Hof van Discipline uit augustus 2020. In deze uitspraak stelde het hof dat het overleggen van medische gegevens in een procedure ‘gerechtvaardigd kan zijn voor zover in de gegeven omstandigheden een reëel belang bij adequate rechtsbijstand daartoe noopt’.
Afweging
In dat kader is deze advocate in dit geval niet te ver gegaan, aldus de raad. ‘Ze is binnen haar eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid gebleven en heeft een afweging gemaakt op de wijze zoals door het hof is aangegeven. Omdat haar cliënt haar had verteld dat medische problemen nog altijd bestonden, heeft verweerster kunnen menen dat het overleggen van de medische gegevens van een jaar oud voor een adequate procesvoering noodzakelijk was.’
Volgens de tuchtrechter heeft de advocate al met al voldoende overwogen welke ‘vervelende gevolgen’ het overleggen van de stukken voor de vrouw had kunnen hebben.
Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 3 mei 2021, ECLI:NL:TADRARL:2021:75
Bron: Advocatie.nl