Meerouderschap en meeroudergezag

Ingrijpende voorstellen

Op 7 december 2016 bood de Staatscommissie Herijking Ouderschap haar rapport aan de Minister van Veiligheid en Justitie aan. Een groot aantal voorstellen wordt gedaan, sommige gaan behoorlijk ver. Wij zijn tot dusverre vertrouwd met de gedachte dat een kind in de regel twee ouders heeft, d.w.z. personen met wie het kind een juridische afstammingsband heeft, meestal een vader en een moeder, maar de Staatscommissie stelt voor dat het er maximaal vier ouders in twee huishoudens kunnen zijn. Daaraan zijn uiteraard wel voorwaarden verbonden. Dit is niet het enige voorstel, er worden maar liefst 68 concrete aanbevelingen gedaan: bijvoorbeeld over draagmoederschap, en de commissie wil, behalve dat kinderen van 8 jaar en ouder moeten worden gehoord in juridische procedures die hen betreffen, kinderen vanaf die leeftijd ook in de rol van toestemmer tot meeroudergezag en meerouderschap brengen.

Gemengde eerste reacties

De reacties zijn niet onverdeeld positief. Belanghebbende organisaties, zoals COC, stemmen zoals te verwachten zonder meer in, meerouderschap en meeroudergezag zijn onderwerpen waarvoor zij al sinds jaar en dag ijveren. Maar er zijn ook bedenkingen, en niet alleen in strikt juridische kringen.  “Meer ouders, meer ruzie. Dus niet in het belang van het kind”, aldus I. Weijers in NRC Handelsblad van 12 december 2016. Volbloed juristen, zoals het lid van de Raad van State S.F.M. Wortmann, delen deze opvatting.[1]

De commissie heeft zich bepaald niet als een angsthaas opgesteld. Het lid van de commissie, André Nuytinck, toch niet bekendstaand als nieuwlichter op familierechtelijk terrein, heeft zich zelfs van een Saulus in een Paulus kunnen transformeren, laat niet na te melden een overtuigd voorstander van meerouderschap en meeroudergezag te zijn. Het gaat mijns inziens in ieder geval om realistischer gedachtegoed dan dat waarmee, eveneens ultimo 2016, de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming  (RSJ) op de proppen kwam:  “Nederland moet stoppen met interlandelijke adoptie”. Terecht is dit nogal van de werkelijkheid onthechte en van realiteitszin gespeende standpunt door het kabinet niet overgenomen. Blijft dat het bij het rapport van de Staatscommissie in menig opzicht om een Umwertung aller Werte gaat, dat veel ervan zeker nadere doordenking behoeft en het gewoon logisch is dat de discussie over de voorstellen in feite nu pas begint.

[1] Zie WPNR 2017/7138, p. 157 e.v.

Hoe nu verder?  Een advies

Met oordelen als “meer ouders, meer ruzie, dus maar niet”, gaat men wel met gestrekt been erin. Zulke grote woorden zijn mij te gemakkelijk. Alsof meer dan twee ouders bij voorbaat niet in staat kunnen worden geacht om in goed overleg problemen op te lossen! Bedacht zij dat regelingen tot oplossing van conflicten tussen ouders zoals die van art. 1:253a BW, in de praktijk vrijwel uitsluitend in scheidingssituaties tot toepassing komen. Het gaat mijns inziens wel erg ver om, zoals Wortmann doet, aan het voorgestelde meeroudergezag kwalificaties te verbinden als “een zeer verstrekkend experiment, waarvan de uitkomsten ongewis zijn”. Het recht dient de maatschappelijke realiteit te volgen, en die is nu eenmaal dat er kinderen zijn die door meer dan twee personen worden verzorgd en opgevoed en dezen als hun ouders beschouwen. Ik herinner mij goed dat, om een nogal ingrijpende actie van de wetgever te noemen, het doorlopen van gezamenlijk gezag in geval van scheiding aanvankelijk zeer kritisch werd ontvangen (en door sommigen tot op de huidige dag wordt afgewezen). Niet minder was dit het geval met de dwingende wettelijke regeling van het omgangsrecht. Ook homoadoptie werd (en wordt door sommigen nog steeds) als niet als in het belang van het kind gezien. Transgenders behoeven, anders dan veelal elders, niet fysiek te zijn aangepast aan het beleefde geslacht om de geslachtsaanduiding op hun geboorteakte gewijzigd te krijgen.

Ik onderschrijf als gezegd graag dat nadere studie en doordenking voor wat betreft de gevolgen nodig is. Maar laten we vooral niet vergeten dat we een traditie van voortrekker hebben hoog te houden, ik hoop wel dat de discussie met een open en receptieve houding kan worden gevoerd!

 

Auteur: Sjaak Jansen