Door rust en regelmaat, gaat de ontwikkeling van de kinderen leeftijdsade-quaat

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 15-11-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4694

 

Moeder (M) en vader (V) gaan een geregistreerd partnerschap aan;
Helaas dit partnerschap kan niet blijven bestaan.

De rechter spreekt de ontbinding uit;
En geeft voor de 2 kinderen een hoofdverblijfplaatsbesluit.

Voor K2 is dit V en voor K1 zal dit M zijn;
M vindt deze regeling niet fijn.

M en V hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag;
De rechter zegt in een structurele regeling over zorg- en opvoedtaken wat ieder mag.

De verblijven van de kinderen worden geregeld van dag tot uur;
Van school tot BSO in even en oneven weken met een bepaalde duur.

M kan zich met de beslissing niet verenigen;
En hoopt dat het hof haar nood in deze kan lenigen.

Zij stelt dat de rechtbank niet aan het raadsadvies gevolg had mogen geven;
Omdat aan het advies een aantal fundamentele gebreken kleven.

Zij kan niet achter het raadadvies gaan staan;
Nu niet aan een aantal voorwaarden voor een succesvol co-ouderschap is voldaan.

Voorwaarden voor een goede ouderschapsrelatie;
Zijn wederzijds respect, een goede afstemming en communicatie.

Partijen hebben grote meningsverschillen;
Daarom zegt M de benoeming van een bijzondere curator te willen.

Volgens M is de wijze waarop de omgang plaats vindt;
Totaal niet in het belang van het kind.

Het wisselmoment midden in de week en zelfs op twee verschillende dagen;
Is om moeilijkheden vragen.

Rust en regelmaat;
Daarmee zijn de kinderen gebaat.

De vader eist weliswaar een co-ouderschap op;
Maar draagt de verzorging voor de kinderen grotendeels aan anderen op.

M wil dat de miscommunicatie door een derde wordt onderzocht;
En heeft daarvoor hulp bij de psychologen van de Mutsaersstichting gezocht.

V voert verweer;
In het kort komt het hierop neer.

Het advies van de raad kwam zorgvuldig en professioneel tot stand;
Volgens V bestaat er tussen hem en de kinderen een hechte band.

V vertrouwt de opvoeding door M;
En stelt dit ook met klem.

De kinderen zijn blij met hun verblijf bij V;
Maar gaan ook weer graag met hun moeder mee.

V wil ook niet dat de raad tot een beschermingsonderzoek overgaat;
De ontwikkeling van de kinderen verloopt immers leeftijdsadequaat.

Het hof deelt de zorgen van M niet;
Nu zij onvoldoende onderbouwing hiervoor ziet.

Volgens school, huisarts, BSO en hulpverlening gaat het goed.
En wordt er zowel door M als V goed opgevoed.

Beiden hebben hun werkzaamheden op hun zorgregeling afgestemd;
En de kinderen zijn aan de regeling en wisselmomenten volledig gewend.

Ook al koestert M een diepgeworteld wantrouwen jegens V;
Het hof gaat hierin niet mee.

Aanvaarding door beiden van hulp door de Mutsaersstichting;
Acht het hof een stap in de goede richting en bekrachtigt de bestreden beschikking.