05 dec Door rust en regelmaat, gaat de ontwikkeling van de kinderen leeftijdsade-quaat
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 15-11-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4694
Moeder (M) en vader (V) gaan een geregistreerd partnerschap aan;
Helaas dit partnerschap kan niet blijven bestaan.
De rechter spreekt de ontbinding uit;
En geeft voor de 2 kinderen een hoofdverblijfplaatsbesluit.
Voor K2 is dit V en voor K1 zal dit M zijn;
M vindt deze regeling niet fijn.
M en V hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag;
De rechter zegt in een structurele regeling over zorg- en opvoedtaken wat ieder mag.
De verblijven van de kinderen worden geregeld van dag tot uur;
Van school tot BSO in even en oneven weken met een bepaalde duur.
M kan zich met de beslissing niet verenigen;
En hoopt dat het hof haar nood in deze kan lenigen.
Zij stelt dat de rechtbank niet aan het raadsadvies gevolg had mogen geven;
Omdat aan het advies een aantal fundamentele gebreken kleven.
Zij kan niet achter het raadadvies gaan staan;
Nu niet aan een aantal voorwaarden voor een succesvol co-ouderschap is voldaan.
Voorwaarden voor een goede ouderschapsrelatie;
Zijn wederzijds respect, een goede afstemming en communicatie.
Partijen hebben grote meningsverschillen;
Daarom zegt M de benoeming van een bijzondere curator te willen.
Volgens M is de wijze waarop de omgang plaats vindt;
Totaal niet in het belang van het kind.
Het wisselmoment midden in de week en zelfs op twee verschillende dagen;
Is om moeilijkheden vragen.
Rust en regelmaat;
Daarmee zijn de kinderen gebaat.
De vader eist weliswaar een co-ouderschap op;
Maar draagt de verzorging voor de kinderen grotendeels aan anderen op.
M wil dat de miscommunicatie door een derde wordt onderzocht;
En heeft daarvoor hulp bij de psychologen van de Mutsaersstichting gezocht.
V voert verweer;
In het kort komt het hierop neer.
Het advies van de raad kwam zorgvuldig en professioneel tot stand;
Volgens V bestaat er tussen hem en de kinderen een hechte band.
V vertrouwt de opvoeding door M;
En stelt dit ook met klem.
De kinderen zijn blij met hun verblijf bij V;
Maar gaan ook weer graag met hun moeder mee.
V wil ook niet dat de raad tot een beschermingsonderzoek overgaat;
De ontwikkeling van de kinderen verloopt immers leeftijdsadequaat.
Het hof deelt de zorgen van M niet;
Nu zij onvoldoende onderbouwing hiervoor ziet.
Volgens school, huisarts, BSO en hulpverlening gaat het goed.
En wordt er zowel door M als V goed opgevoed.
Beiden hebben hun werkzaamheden op hun zorgregeling afgestemd;
En de kinderen zijn aan de regeling en wisselmomenten volledig gewend.
Ook al koestert M een diepgeworteld wantrouwen jegens V;
Het hof gaat hierin niet mee.
Aanvaarding door beiden van hulp door de Mutsaersstichting;
Acht het hof een stap in de goede richting en bekrachtigt de bestreden beschikking.