Belasting wijzigingen 2022

Hieronder vindt u de belangrijkste belasting wijzigingen in 2022 die effect hebben op  een alimentatieberekening.

 

Box I
Het basistarief voor de inkomstenbelasting daalt een klein beetje van 37,10% (2021) naar 37,07% in 2022. Het toptarief blijft 49,5% voor inkomens boven de € 69.398.

 

Box II
Het box 2 tarief gaat verder omhoog van 26,2 % (2021) naar 26,9% in 2022.

 

Box III
Het heffingsvrij vermogen stijgt van € 50.000 (2021) naar € 50.650 in 2022 en het tarief blijft 31% in 2022. Het fictief rendement voor sparen is in 2022 -0,01% (2021: 0,03%) en voor beleggen is in 2022  5,53% (2021: 5,69%). Dat leidt tot de volgende berekening van het in aanmerking te nemen forfaitair rendement:

Grondslag Percentage I Percentage II Fictief rendement
€ 0 – € 50.650 67% 33% 1,82%
€ 50.650 – € 962.350 21% 79% 4,37%
€ 962.350 > 0% 100% 5,53%

 

 

Zelfstandige aftrek
De zelfstandige aftrek wordt verder verlaagd naar € 6.310 in 2022 (2021: € 6.670)  . Deze aftrek wordt de jaren erna stapsgewijs verlaagd naar €3.240 in 2036. De reden voor de verlaging is het verkleinen van de fiscale verschillen tussen zelfstandigen (zzp-ers) en werknemers.

 

De arbeidskorting
De arbeidskorting wordt verhoogd naar € 4.260 (2021: € 4.205) en het afbouw percentage gaat omlaag naar 5,85% (2021: 6%)

 

Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Het maximumbedrag van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) wordt verlaagd naar € 2.534 (2021: € 2.815)

 

Aftrek scholingsuitgaven vervallen
Per 1 januari 2022 zijn studiekosten en andere scholingsuitgaven niet meer aftrekbaar. In plaats daarvan komt de subsidieregeling STAP-budget voor werkenden en werkzoekenden. STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie.

 

Levensloopregeling vervallen
De levensloopregeling is sinds 1 januari 2012 niet meer beschikbaar voor nieuwe deelnemers, maar voor bestaande deelnemers was er een overgangsrecht. Dit overgangsrecht eindigt per 31 december 2021.

 

Beperking hypotheekrenteaftrek
Sinds 2014 wordt de hypotheekrenteaftrek geleidelijk verlaagd. Tot 2019 werd de hypotheekrenteaftrek jaarlijks beperkt met 0,5%. Vanaf 2021 wordt de hypotheekrenteaftrek verder versneld afgebouwd en gaat de aftrek met 3% per jaar omlaag tot in 2023 de aftrek beperkt is tot 37%. In 2022 is dus maximaal 40% van de hypotheekrente aftrekbaar in box 1 van de inkomstenbelasting. De beperking treft alleen huiseigenaren die in de hoogste belastingschijf zitten.

 

Beperking aftrek partneralimentatie
Sinds 1 januari 2020 vindt er een verlaging plaats van het toptarief waartegen de persoonsgebonden uitgaven aftrekbaar zijn. Hieronder valt ook partneralimentatie. Dit proces vindt geleidelijk plaats, maar uiteindelijk zal in 2023 de partneralimentatie slechts aftrekbaar zijn tegen het basistarief van 37%. Voor de alimentatieplichtige die een inkomen heeft boven de € 69.398 (hoogste belastingtarief), heeft deze maatregel dus gevolgen. Voor hen wordt in 2022 de partneralimentatie aftrekbaar tegen maximaal 40%. Bij het berekenen van de partneralimentatie wordt namelijk de netto bijdrage aan partneralimentatie gebruteerd volgens de methode Buijs. Uitgangspunt bij die methode is dat de netto partneralimentatie met het fiscale voordeel van de te betalen alimentatie wordt verhoogd. Door de verlaging van de aftrek zal dus het fiscale voordeel lager worden.

 

Beperking andere aftrekposten
Naast de verlaging van het aftrektarief waartegen de persoonsgebonden uitgaven en de hypotheekrente aftrekbaar zijn, worden sinds 1 januari 2020 ook de ondernemersaftrekken gefaseerd afgebouwd. Ook deze afbouw is alleen van toepassing op belastingplichtigen die in de hoogste schijf worden belast (dus bij een inkomen van meer dan € 69.398).  In 2022 is deze aftrek maximaal 40%.