02 dec Verdeling vakantiegeld en Covid-19 bij partneralimentatie telt
Verdeling vakantiegeld en Covid-19 bij partneralimentatie telt
M en V gehuwd in gemeenschap van goederen scheiden van echt
Over de door M te betalen bijdragen is als volgt beslecht
M moet € 180 per maand betalen per kind en dat zijn er maar twee
In het verzoek van V voor bijdragen aan levensonderhoud gaat de rechtbank niet mee
V gaat met vier grieven in hoger beroep
Zij vindt de beschikking van de rechtbank niet goed
V stelt dat zij recht heeft op partneralimentatie
En op een deel van het vakantiegeld, volgens haar informatie
M is het niet eens met haar
En heeft dan ook zijn eigen grieven klaar
Volgens V was de rolverdeling van partijen nogal traditioneel
Waarbij V voor de kinderen zorgde en M zorgde voor het gezin financieel
V had slechts korte tijd een parttime baan
En heeft daardoor weinig werkervaring opgedaan
V had geen Nederlandse diploma’s wegens haar Duitse nationaliteit
Daarnaast heeft het Covid-19 virus tot een banentekort geleid
De uitkering uit de Participatiewet is te laag om in haar levensonderhoud te voorzien
Daarom verzoekt V een maandelijkse bijdrage van M van tweehonderdnegentien
Volgens het hof moet V meedoen aan een reïntegratieproject van SWB
En ook het werkklimaat zit voor V vanwege Covid-19 niet mee
V is derhalve zeer moeilijk bemiddelbaar
Het hof bepaalt daarom een alimentatie van € 219 voor 12 jaar
Volgens V nam de rechtbank ook een onjuiste beslissing inzake het vakantiegeld
Het uitgekeerde bedrag was niet op de gezamenlijke rekening vermeld
M stelt dat het vakantiegeld niet voor verrekening in aanmerking komt
Nu de uitbetaling hiervan een maand na de peildatum plaatsvond
Vakantiegeld voor zover tijdens de huwelijksperiode opgebouwd
moet gelijkelijk worden verdeeld zo wordt door het hof beschouwd
De aanspraak van V op haar deel van dit geld
Wordt als een vordering aan de actiefzijde van de gemeenschap geteld
M moet ook ingeval van uitbetaling na de peildatum V’s deel aan haar betalen
En kan niet de aflossing van een lening op dit gemeenschappelijk bedrag verhalen
Ook al is deze aflossing ten goede gekomen aan V
Het Hof gaat in de stelling van M niet mee
Ook inzake de overige grieven geeft het Hof V gelijk
En zet hiermee de rechtbankbeschikking aan de dijk.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 november 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9345