Reparatie bedrijfsopvolgingsregeling Successiewet 1956

Het Ministerie van Financiën heeft op 1 juli 2016 in een nieuwsbericht aangekondigd dat het kabinet op Prinsjesdag een wetsvoorstel zal sturen naar de Tweede Kamer om een onbedoelde verruiming van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 te repareren.

De reparatie houdt -kort gezegd- in dat de uitleg en de werkwijze die de Belastingdienst hanteert wettelijk worden vastgelegd.

Bedrijfsopvolgingsregeling

Het komt met enige regelmaat voor dat een erflater casu quo schenker een aanmerkelijk belang houdt in een holding, welke holding op haar beurt aandelen houdt in een werkmaat-schappij. Veelal drijft de holding geen onderneming in de zin van artikel 3.2 Wet inkomsten-belasting 2001, waardoor de bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing is.
Om de bedrijfsopvolgingsregeling toch van toepassing te laten zijn, is onder voorwaarden bepaald dat de bezittingen en de schulden van de werkmaatschappij toegerekend worden aan de holding. Vervolgens wordt op het niveau van de holding getoetst of er sprake is van een onderneming en zo ja, met welk vermogen.

Op deze wijze valt dus wel het ondernemingsvermogen, maar niet het beleggingsvermogen onder de bedrijfsopvolgingsregeling.

Aanleiding van de reparatie; arrest HR 22 april 2016

Aanleiding van voormelde reparatie is het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2016 . In het arrest is uitgemaakt dat de bedrijfsopvolgingsregeling als bedoeld in artikel 35b e.v. van de Successiewet 1956 op grond van vermogensetiketteringsregels onder omstandigheden ook van toepassing kan zijn op aandelen die een holding houdt in een lichaam, waarin de erflater casu quo schenker geen indirect aanmerkelijk belang heeft.

Voormeld arrest heeft dan ook tot gevolg dat naast het ondernemingsvermogen ook het beleggingsvermogen onder de bedrijfsopvolgingsregeling valt, hetgeen nimmer de bedoeling is geweest. Ofwel: ingevolge voormeld arrest kwalificeert het indirect gehouden belang van zichzelf als bedrijfsmiddel en niet de onderliggende bezittingen en schulden.

Afbeelding weegschaal Alimentatie IPR

Inhoud voorstel

Het voorstel zorgt er voor dat een indirect belang van kleiner dan 5% als zodanig niet onder de bedrijfsopvolgingsregeling valt, tenzij het belang groter is dan 0,5% en sprake is van de verwateringsregeling als bedoeld in artikel 35c lid 5 van de Successiewet. Van verwatering is sprake ingeval van schenking, vererving of overgang krachtens huwelijks-vermogensrecht.

Reparatie per 1 juli 2016

Uit voormeld nieuwsbericht blijkt dat de regering in het Belastingplan 2017 zal voorstellen om het arrest (met terugwerkende kracht) per 1 juli 2016 te repareren, omdat het arrest een onbedoelde verruiming van de reikwijdte van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet en daarmee ook van de doorschuifregelingen in de Wet inkomstenbelasting 2001 tot gevolg heeft.

Zodra er meer bekend is over voormelde reparatie dan wel de Eerste en de Tweede Kamer hiermee hebben ingestemd, zal dat vermeld worden.

Auteur: Ijvonne de Jong