De groeipijnen van de bijzondere curator ex art. 1:250 BW. Mr. I.J. Pieters

Verruimde mogelijkheden om een bijzondere curator te laten benoemen

Door de wetswijziging van 1 maart 2009 is een benoeming door de rechter van de bijzondere curator vergemakkelijkt. Een rechter kan thans makkelijker, op verzoek en ambtshalve, een bijzondere curator benoemen indien het kind onderwerp van strijd is geworden tussen zijn ouders. De bijzondere curator kan dan de stem van het kind naar voren brengen (zie de Memorie van Toelichting en de Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldig scheiding en Hof Den Haag d.d. 22 augustus 2012).

Rapport Kinderombudsman

Door het rapport van de Kinderombudsman, zijn de schijnwerpers vervolgens vol op de bijzondere curator gezet. Het rapport eindigde met een aantal aanbevelingen aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Eén van die aanbevelingen was een uniforme wijze van aanpak van het benoemen van bijzondere curatoren door rechters. Al vrij snel is de rechtspraak hiertoe gekomen getuige het uniform werkproces bijzondere curator. Andere aanbevelingen zoals het verruimen van art 1:250 BW zijn niet opgevolgd. In het antwoord van het Ministerie van Veiligheid en Justitie werd aangegeven dat de huidige formulering van artikel 1:250 BW volstaat en dat de praktijk het verder wel zou invullen. Ook de vergoedingen voor bijzondere curatoren waren via de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad voor Rechtsbijstand goed geregeld en vormden voor het Ministerie geen redenen voor aanpassing.

Rechter icoon

Hoge Raad

De Hoge Raad heeft vervolgens in zijn uitspraak op 23 november 2012 bepaald dat de lagere rechters een grote mate van vrijheid toekomen om een bijzondere curator wel of niet te benoemen. Dat betekent “case law” en dus een mate van rechtsonzekerheid.

Ontwikkelingen

Kortom, de bijzondere curator moest zich in de 1e en 2e aanleg gaan ontwikkelen. Rechters zijn voor problematische (v)echtscheidingen in de Rechtbank Zeeland-West Brabant een pilot gestart waarin gedragsdeskundigen kinderen hebben bijgestaan. Voorts benoemden rechters steeds meer bijzondere curatoren. Sommige advocaten en rechters gebruikten het instituut van de bijzondere curator in hele diverse situaties (bijvoorbeeld uitspraak Rechtbank Utrecht ) en tilden ook niet te zwaar aan het wettelijk criterium dat er sprake moet zijn van een belangenstrijd tussen ouder en kind (uitspraak Hof Den Bosch) en Noot Sylvia Wortmann onder HR 5 december 2014). Andere rechters hielden daarentegen wel vast aan het wettelijk criterium (Hof Arnhem). Een groep van vertegenwoordigers van de NvO, NoVa, Nip, vFAS, NvJA, Lovf rechtbanken en -hoven en de Raad voor Rechtsbijstand heeft gewerkt aan aanbevelingen op het gebied van onder meer bekwaamheidsvereisten, opleiding, examinering en registratie. Uit de pilot in de rechtbank Zeeland-West Brabant is gekomen dat rechters enthousiast zijn over de inzet van bijzondere curatoren. Probleem is de financiering van de werkzaamheden van de bijzondere curatoren. De vergoeding voor de werkzaamheden van de bijzondere curator staat niet in verhouding tot het aantal uren dat daaraan besteed wordt.

Bijzondere curator volwassen instituut?

Is de bijzondere curator nu volwassener geworden? Ja, die conclusie durf ik wel te trekken. Mede dank zij het rapport van de Kinderombudsman is er uniformiteit in de rechtspraak met betrekking tot de benoemingsprocedure, zijn er opleidingen ontwikkeld voor bijzondere curatoren en zijn rechters van opmerkzaam tot uiterst alert voor situaties waarin bijzondere curatoren benoemd kunnen worden.

Groeipijnen

Maar bij de groei naar volwassenheid horen groeipijnen. Zo blijft de vergoeding punt van zorg en discussie. Ook zou het uniform werkproces op een aantal punten herzien kunnen worden nu daarin een aantal bepalingen daarin staan die herschreven zouden kunnen worden (bijvoorbeeld broer/zus zijn volgens het werkproces belanghebbende, maar niet volgens rechtspraak van de Hoge Raad, waarop is de voorwaarde gebaseerd dat eerst toestemming aan andere belanghebbenden gevraagd moet worden alvorens processtukken te mogen verzenden naar de bijzondere curator). Voorts is mijn ervaring dat de griffies van de rechtbanken niet bijzonder ingewerkt en bekend zijn met het instituut van de bijzondere curator. Daarnaast moeten rechters het ook aandurven meer en vaker gebruik te maken van de mogelijkheid om twee bijzondere curatoren (een advocaat en een gedragsdeskundige) samen te benoemen in zeer problematische vechtscheidingen.

Verantwoordelijkheid

Maar het allerbelangrijkste bij een kind met groeipijnen is een ouder die zich over hem ontfermt. De vaak ondergesneeuwde belangen van kinderen bij vechtscheidingen zijn een groot politiek aandachtspunt. Als de bijzondere curator als wetgevingsproduct het “kind” is, dan zal het Ministerie van Justitie en Veiligheid als “ouder” haar verantwoordelijkheid moeten nemen en een leidende rol in bepaalde knelpunten als vergoeding, registratie en ontwikkeling van tuchtrecht op zich moeten nemen. Op die manier is de bijzondere curator geen lot uit de loterij, maar hopelijk een beschermengel voor kinderen. Precies zoals ook de internationale verdragen het ons land voorschrijven

Auteur: Ivo Pieters